Als ik niks zou willen zeggen,
zou ik eigenlijk moeten zwijgen,
maar dan zou u ook niks horen
dus dat zwijgen, . . . dat is niks.
Maar er is niks wat ik echt kwijt wil
dus dat niks wil ik vertellen
en al zou het niet veel zeggen
dan zeg ik u: “dat zegt niks.”
Zo verscheen er uit het niets een jota
en die I deed ons beseffen
dat hij eenzaam niets kon zeggen,
zonder context was hij niks.
Want zelfs het kleinste van het kleinste,
welke nadert tot oneindig
kan geen boodschap meer bezitten
als hij zich zoetjes vormt tot niks.
Zodat er niks niet minder waar is,
dan de leegte van de waarheid
gaat er niks boven zeker weten
want zelfs Socrates wist niks.
Dus u luistert naar een leegte,
in een schil van duizend woorden,
weet wel wat het niks betekent
want dat iets betekent niks.
En hoe konden we bevroeden
dat niks zó veel tijd kon vullen,
en zo laden we die leegte
en die belasting is niet niks.
Dus nu is het niks ons alles,
…. want niks is wat het zijn moet,
…. is niet wat je zou vermoeden
en begrijpen doen we niks.
gvs, april 2011