Blauwvoet Gent

Als het neusje tegen de stroom in,
met een kater in het nauw,
Bedacht ik mij een Jan van Gent,
zijn voeten waren blauw.

Minder zweefkracht dan een enkele vis,
doch met stoute slagen door de zee,
Bedacht ik me dat het wonderlijk was,
achter ogen bruin van ree.

Stampend als een drieste stier,
met zijn hemelse snavel in de lucht,
Bedacht ik me de eigenaardigheid,
dat hij voor niemand vlucht.

gvs